Zonder vallen zonnepanelen op hellende daken aanbrengen

Wie zonnepanelen aanbrengt op daken werkt op hoogte. Dat betekent dat bewust moet worden omgegaan met het risico van vallen. In de vorige uitgave stond een samenvatting van de regels voor platte daken. In dit tweede deel komt het aanbrengen van panelen op hellende daken aan bod.

 

Voor werken op hoogte zijn regels opgesteld met als doel de voorwaarden te creëren om mensen die zonnepanelen op daken aanbrengen veilig en gezond hun werk te laten doen. Aansprakelijkheid vergt dat aantoonbaar en met de juiste middelen en mensen volgens de geldende regels wordt gewerkt. In dit artikel geven we stap voor stap aan welke maatregelen er genomen kunnen en moeten worden genomen om veilig zonnepanelen op hellende daken aan te brengen. We verwijzen hierbij naar de actuele regelgeving (o.a. Bouwbesluit, A-blad Hellende daken, Arbocatalogus, EN 13374, EN 517, EN 795). Werkgevers, werknemers, opdrachtgevers en verzekeringsnemers, voor alle betrokkenen geldt:

Veilig en gezond werken is in ieders belang

Voorbereiding

Het veilig plaatsen van zonnepanelen begint met een goede voorbereiding. Hierdoor verloopt het uiteindelijke werk zo efficiënt mogelijk en neemt de uiteindelijke werktijd op hoogte per project af en daarmee het risico op vallen. Geld besparen en veilig werken gaan samen op. Het werk door één persoon laten uitvoeren is geen optie. Niet alleen gaat het met z’n tweeën drie keer sneller dan alleen, alleen werken op hoogte is bovendien onverantwoord. Wanneer iemand iets overkomt, dat kan ook een snijwond zijn, dan is voor adequaat optreden en erger te voorkomen assistentie vereist.

In geval van een particuliere opdrachtgever kan afgesproken worden dat de opdrachtgever meehelpt. Zolang er maar niet zonder assistentie of toezicht door één persoon op hoogte wordt gewerkt. Zonnepanelen monteren is fysiek stevig werk, zeker op hellende daken komt er veel klimwerk aan te pas en is enige lenigheid en conditie vereist. Omdat alleen werken geen optie is, moet het werk worden verdeeld naar fysieke gesteldheid en vaardigheid. De personen die zich het makkelijkst op het dak bewegen zijn de aangewezen personen om het dakwerk uit te voeren. Die personen moeten de vaardigheden hebben voor zowel plaatsing als veiligheid. Personen die de dakwerker(s) ondersteunen, moeten weten wat te doen en hoe het hoort. Gaat het fout, dan moeten ze ook weten welke handelingen te verrichten. In geval van bedrijfsmatige arbeid moeten die personen ook een BHV training hebben gehad. Het is sowieso goed om bij aanvang van de klus het werk door te nemen, ook afspreken wat te doen als het fout gaat hoort daar bij. Draag er zorg voor dat alle onderdelen voor aanvang van het werk aanwezig zijn, en dat ze in de goede volgorde voorhanden zijn. Enige reserveonderdelen zijn beslist geen luxe. Werk met een gereedschap gordel met tas om de onderdelen voor het grijpen bij de hand te hebben. Voor al het gereedschap op hellende daken geldt dat het gezekerd moet zijn met een vallijn die aan het harnas bevestigd kan worden. Op het dak is accugereedschap met goed werkende opgeladen accu’s een vereiste om niet verstrengeld te raken in de snoeren.

Weersomstandigheden

Zonnepanelen hebben een groot oppervlak om veel zonlicht op te vangen. Ze zijn daarmee ook gevoelig voor wind. Om het wegwaaien van panelen te voorkomen of, erger nog, het wegwaaien van personen met panelen, moet er niet gewerkt worden boven de windkracht 6 Beaufort. Omdat daken gedeeltelijk ‘open’ gemaakt moeten worden om de zonnepanelen te bevestigen is het werken in de regen ook niet altijd mogelijk. Op een warme dag is het op een dak extra warm tot heet, op een zomerse dag tot boven de 50° C. Het werk is inspannend en, omdat zonnepanelen in de zon geplaatst moeten worden, ook grotendeels in de volle zon. Zonnepanelen worden heet wanneer ze enige tijd zon opvangen, tot 75°C, waardoor je ze niet zonder handschoenen kan vastpakken. Draag daarom bij zonnig weer beschermende kleren of een zonnebrand met hoge beschermingsfactor en las veel (drink) pauzes in.

Het soort project

Omvang van het project, wel of geen collectieve voorzieningen aanbrengen

In de A-bladen wordt de omvang en de duur van het werk aangehouden om aan te geven wanneer collectieve beschermingsmiddelen moeten worden gehanteerd en wanneer persoonlijke beschermingsmiddelen. In het A-blad Hellende daken wordt daarvoor het aantal uren gehanteerd, waarbij <3 uur als kort werk wordt beoordeeld, met als voorwaarde dat wanneer dat repeterend korte duur op één project wordt uitgevoerd het geen kort werk is. Als leidraad kan aangehouden worden dat wanneer een project op het dak meer dan één mandag beslaat er gewerkt moet worden met collectieve beveiliging. Dit is in lijn met de bepaling voor het werken vanaf een ladder.

De hoogte van het dak, wel of geen collectieve voorzieningen aanbrengen

De A-bladen stellen de soort beveiliging ook afhankelijk van de hoogte van het dak. Daken die hoger liggen dan 10 m1, gemeten vanaf het maaiveld, moeten collectief beveiligd worden in geval daar werkzaamheden op plaatsvinden. Aanvullend geldt voor hellende daken dat wanneer het dak, gemeten over het dakvlak, langer is dan 5 m1 er tussenliggend ook valbeveiliging moet worden aangebracht om ernstig vallen op de valbeveiliging onder aan het dak (de goot of lager) te voorkomen.

Dakhelling

Bij het aanbrengen op daken moet eerst het soort dak worden vastgesteld. De eerste indeling is Hellend of plat dak. Zie bijgaande tabel voor indeling naar helling. Omdat de regels voor veilig werken branche gebonden zijn, gelden voor platte daken andere regels dan voor hellende daken. Dat heeft te maken met de aansprakelijkheid van werkgevers en de indeling van de wet en regelgeving. Daken steiler dan 60° moeten wat betreft veiligheid als gevel worden beschouwd.

Veilig aanbrengen van zonnepanelen op hellende daken

In tegenstelling tot platte daken kent een hellend dak geen ‘veilige zone’ en is het qua werkvloer ook veel minder geschikt dan een plat dak. Op een hellend dak ben je je altijd bewust van valgevaar behalve… als je geconcentreerd aan het werk bent. En daar schuilt het gevaar. Werk op een hellend dak dus altijd gezekerd. Je hoeft maar één keer te vallen. De regels voor veilig werken op en aan Hellende daken staan beschreven in het A-blad Hellende daken.

Dakhelling

Hoe steiler het dak, hoe moeilijker het begaanbaar is. Wanneer het dak steiler is dan 60° dan wordt het als onbegaanbaar beschouwd, net als een gevel en moet er vanaf steigervloeren aan gewerkt worden. Daken tussen de 45 en 60 graden zijn moeilijk begaanbaar om reden dat de panlatten waar personen op staan bij steilere daken steeds minder steunvlak bieden. De ruimte tussen het dakbeschot (of folie!) en de panlat wordt steeds smaller. Het is uiterst vermoeiend om langere tijd op de voorste bal van de voet te staan en hoe langer dat het geval is, hoe instabieler de persoon staat. Horizontaal gemeten van panlat tot dakbeschot wordt 85 mm als minimale afstand noodzakelijk geacht om nog verantwoord op te kunnen staan. Om die reden moet op daken steiler dan 50° met speciale veiligheidsvoorzieningen worden bewerkt, steigervloeren zijn dan de meest logische oplossing. Bij minder steile daken, tussen de 5 en 45 graden, kunnen leuningen en/of netten volstaan.

Dakhoogte

De hoogte van het hellende dak wordt uitgedrukt in goot- en nokhoogte. Voor de toegang tot het dak is de goothoogte maatgevend. Ook voor hellende daken mag het dak aan de goot niet hoger zijn dan 7 m¹ om met een ladder te betreden. Wanneer het dak hoger is dan 7 m1, werk dan bij voorkeur met toegang van binnenuit: een dakluik, dakkapel of dakraam. Er moet dan wel een gebouw gebonden ankervoorziening aanwezig zijn waar personen zich aan kunnen zekeren terwijl ze nog binnen zijn. Andere oplossingen bestaan eruit te werken met een laddertoren of het dak in de steigers te zetten. Voor de aanvoer van materialen is de bereikbaarheid en het gewicht van belang. Materialen zwaarder dan 25 kg altijd mechanisch opperen.)

Daklengte

De lengte van een dak wordt gemeten over het dak van goot tot nok. Wanneer deze lengte langer is dan 5 m1 ontstaat het risico van vallen op de veiligheidsvoorzieningen onder aan de goot. Daarom moeten daken langer dan 5 m1 tijdens werkzaamheden ook daartussen beveiligd worden (EN 13374).

Dakbreedte

Horizontaal gemeten stelt het A-blad dat transport over meer dan 5 m1 zonder voorzieningen niet gewenst is. In die gevallen moet de aanvoer van materialen mechanisch plaatsvinden of moet er een steigervloer worden geplaatst. Bij een dergelijke breedte is het werk zodanig omvangrijk dat het aanbrengen van collectieve voorzieningen de meest logische veiligheidsmaatregel is.

Onderhoud

Wie een installatie op zijn dak laat aanbrengen moet zich er van vergewissen dat deze probleemloos functioneert, onderhoud garandeert dat probleemloos functioneren. Dat betekent dat bij het aanbrengen van de panelen er de mogelijkheid moet zijn voor onderhoudsmonteurs om zich veilig op het dak te begeven, het dak met de zonnepanelen wel te verstaan. Wat geldt voor het platte dak gaat ook op voor het hellende dak in deze:

Het opleveren van zonnepanelen op het dak met een veiligheidsvoorziening die al tijdens het installeren van de zonnepanelen dienst doet is voor de gebouweigenaar de meest voordelige oplossing.

zonnepanelen-dak.jpg