Bouwers moeten het de komende tijd vooral hebben van nieuwe loodsen, bedrijfshallen en andere bedrijfspanden. De groei in nieuwbouwhuizen en kantoren blijft voorlopig achter. Dat zeggen economen van ABN Amro in een rapport over de bouwsector.
„De economie trekt aan en daar begint de bouw ook van te profiteren”, zegt econoom Madeline Buijs van ABN Amro. Bedrijven willen weer investeren in utiliteitsbouw, denk aan opslaghallen, werkplaatsen en andere aan de industrie gerelateerde utiliteitsbouw. Maar kantoren horen daar beslist niet bij, zegt Buijs. Vanwege de enorme leegstand blijft de vraag naar nieuwbouw ver achter.
Niettemin melden veel bouwers dat hun orderportefeuilles weer wat groeien. Gemiddeld genomen weten de meeste bouwbedrijven zich in het tweede kwartaal van 2014 van 5,6 maanden aan werk verzekerd. Dat lag in de voorgaande drie kwartalen op 5,3 maanden.
Het is een van „de voorlopende indicatoren” op grond waarvan de sectoranalisten van de ABN Amro durven te spreken van „een fundamenteel herstellende bouwsector”. Dat herstel tekende zich al af in het laatste kwartaal van 2013 en het eerste van dit jaar.
Maar dat herstel was voor een groot deel toe te schrijven aan de zachte winter, roept Buijs in herinnering. Werk dat normaal te lijden zou hebben van vorst en ander winters weer kon ongehinderd doorgaan. Dat leverde een plusje op in de boeken van tal van bedrijven, zoals kabel- en buizenleggers en sloopbedrijven, omdat omzet en productie soms wel 20% hoger uitvielen dan in een normalere, koudere winter. Installatiebedrijven, die voornamelijk binnen werken, lieten een veel beperktere groei van 6% zien.
Een winterse meevaller waarvan nog steeds niet helemaal duidelijk is of die ook standhoudt. Buijs: „De komende maanden blijkt of bouwers door de milde winter extra werk en dus extra omzet hebben kunnen maken of dat ze slechts werk naar voren hebben kunnen halen en later dit jaar toch met lege handen komen te staan.”
Liever kijken analisten naar andere indicatoren. De eerder genoemde orderportefeuille is er daar een van. Ook het aantal afgegeven vergunningen, de waarde van ontvangen orders en de bouwsom van nieuwe opdrachten voor architecten geven aan dat herstel te verwachten is.
Toch blijft voorzichtigheid geboden. Herstel mag „fundamenteel” lijken, de impact kan nog wel eens tegenvallen. De nieuwbouw, en dan vooral van huizen, blijft daarentegen sterk achter. Econoom Buijs durft geen uitspraken te doen over wanneer die nieuwbouw aantrekt. „We hebben eerder gezegd dat 2014 een overgangsjaar zal zijn voor de bouw. Maar wanneer de nieuwbouw zich herstelt en hoe snel precies, dat kunnen we nog niet met zekerheid zeggen.”
Bron: Telegraaf.nl